woensdag 8 januari 2014

Kerst 2013: Op blote voeten preken in oorlogsgebied

Een kerstpreek houden op een plek waar de komst van de Vredevorst letterlijk een verschil maakt. Dankbaarheid en ongekende gulheid ervaren in een klein afgelegen dorpje midden in de jungle. Deze kerst zullen we niet snel vergeten..

We nemen jullie mee naar Dogobak, een dorpje waar ik (Theo) uitgenodigd was om met kerst te preken. Er zouden 3 gemeenten samen komen om kerst te vieren, maar de afgelopen tijd was er nogal wat spanning geweest. Met pijl en boog was men elkaar te lijf gegaan. Een enkeling was geraakt en lag nu in het ziekenhuis. Oude gewoonten waren weer komen bovendrijven. Door de spanningen konden ze niet beslissen welke voorganger er met kerst zou mogen preken. Tot iemand met een goed idee kwam: een neutrale, blanke missionaris zou dit op kunnen lossen! Imenus (afgekort: Im), in dienst bij Lentera, trok de stoute schoenen aan en kwam naar me toe met de vraag om voor een paar dagen naar zijn dorp te gaan en met kerst te preken. Uiteraard samen met Wiljanne. Wat een kans om de kerstboodschap van Vrede te brengen in deze situatie! Im zou vertalen (ze spreken er de stamtaal Lani). Zo gezegd, zo gedaan. Na een autorit van dik drie uur in een stevige pick-up met 4x4 zijn we er. Im ziet gelijk al dat er iets niet in de haak is. Enkele mannen hebben modder en varkensvet op hun gezicht, een teken van oorlog.

Bij aankomst zien we dat er wel degelijk kerstFEEST gevierd wordt. Twee varkens liggen dood te gaan en andere varkens worden nog met een grote grijns in hun hart geschoten. Een belangrijke man had vijf varkens geschonken en dus werd er een flinke bakar batu (kookput) georganiseerd. Later horen we dat de gulle gever graag de volgende verkiezingen herkozen wil worden.. Het is prachtig om alle familie en vrienden van Im te ontmoeten. Im en zijn vrouw Olince zijn pas getrouwd en hebben een prachtig zoontje van een half jaar oud: Ephraim. Ephraims oma’s kunnen maar niet van hem af blijven en al snel gaat het ventje de hele familie door. Iedereen is enorm blij en vereerd dat we gekomen zijn. Ontelbare ‘wa wa wa wa wa wa’ uitroepen en stevige begroetingen laten dat blijken. Im wordt onder gehuil en gesnik begroet, een traditioneel gebruik onder de Lani bevolking. De bakar batu is smullen en speciaal voor ons worden er Coca-Cola blikjes aangesleept. Wij mogen slapen in de ‘pastori’ (dat woord is, zoals zoveel andere woorden, overgenomen uit het Nederlands). Op kerstavond spreek ik de preek nog door met Im en bidden we samen voor vrede. We vallen die avond moe in slaap en luisteren naar kerstnachtkoren in de vorm van krekels, kikkers en andere jungle-geluiden. We hangen voor de zekerheid toch maar een klamboetje op.

Voor de kerstviering komen mensen van ver, we zien ze van verschillende kanten aan komen lopen. We spreken een oude man van wie we, met behulp van Im’s vertaling, indrukwekkende verhalen horen. Hij was er bij toen het evangelie voor het eerst in dit gebied kwam. Hij straalt bij de herinnering dat diepe angst plaats maakte voor blijdschap en vrede. De kerkdienst zou ’s ochtends om 9 uur beginnen, rond 11 uur is het dan toch echt tijd en start de dienst met zingen en gebed. Meeslepende traditionele Lani melodieën met veel herhaling. Af en toe met behulp van een mannelijke voorzanger, maar al snel blijkt dat vrouwen toch echt meer kaas gegeten hebben van het zingen. Mannen en vrouwen (met hun mooiste netten om hun hoofd) zitten gescheiden in de kerk en baby’s drinken rustig door aan de borst van hun moeder. Ik op blote voeten en mijn netste kleding aan. Dan komt het moment dat de jonge blanke ‘pastor’ het woord krijgt. Iedereen beantwoordt in koor en met veel verwachting mijn openingszin: ‘Selamat hari natal’ (‘Fijne Kerstdag’).

Ik preek over Lukas 2:14: ‘.. and on earth peace to men on whom his favor rests.’. Eerst vraag ik Im’s vader te vertellen waarom de kerk ‘Damai’ heet, Indonesisch voor ‘vrede’. Het blijkt zijn droom voor dit dorp te zijn: vrede met God en vrede onder elkaar. Er leven nog steeds veel mensen met angst en zij hebben geen idee wat bevrijding door Christus voor hen betekent. Het vertalen is niet gemakkelijk voor Im, er bestaat namelijk in het Lani geen woord voor ‘vrede’. Maar zijn moeder, die elke week woman ministry doet, heeft hem een werkbare beschrijving gegeven. Jezus kwam om echte vrede te brengen. Vrede in je hart, geen angst meer. Maar ook vrede met je volksgenoten! Ineens wordt het doodstil in de kerk en zie ik alle ogen geboeid kijken. Ik pak een bamboepijl en breek die dwars door midden met de boodschap: dit is waarom Jezus kwam. Het maakt indruk. Van Im had ik namelijk gehoord dat het breken van een pijl hier een teken is waarmee stammen aan elkaar laten zien dat ze vrede willen. We bidden dat de boodschap mensen verandert.

Na de preek moest en zou er een ‘long en loud prayer’ plaatsvinden. Ineens worden we er weer aan herinnerd dat we toch echt in een evangelische kerk zitten. Ook ik moet meebidden. Ik krijg de instructie dat ik vooral mijn handen moet uitstrekken. Ik hoop dat men tevreden is met mijn voorzichtig opgestoken armpje.. Na het gebed krijgt het hoofd van de classis het woord. Na enkele woorden begint iedereen te lachen. Eerst begrijp ik niet waarom, maar Im helpt me uit de brand. De vorige dag hadden we –zonder vertaler Im- geprobeerd aan hem duidelijk te maken dat wij getrouwd waren. Ik had hem onze gouden ringen laten zien. Dat bleek toch anders opgevat te zijn. Ook was ik in een klassieke fout getrapt. Ik had Wiljanne en mijzelf voor de preek kort voorgesteld, maar verder niets verteld over onze familie of achtergrond! Dus vraagt hij zich grijzend af ‘naar wie ze al die tijd geluisterd hadden, waar deze jonge witte dominee vandaan komt en waarom hij zijn goud laat aan mij laat zien’. Ik probeer het nog uit te leggen, maar het is al te laat, hilariteit alom. Ik vertel verder dat mijn ouders 25 jaar geleden ook in Papua gewerkt hebben, waarop iedereen begin te klappen. Toen ook mijn broer Geerten hier bleek te werken als piloot, kon hun dag helemaal niet meer stuk. We krijgen tenslotte de aanbieding om in het dorp een huis te bouwen en de kerk verder te komen helpen. Wie weet..

De dank voor onze komst is groot. We schamen ons er bijna voor. We krijgen allerlei kado’s mee: een haan, grote verse ananassen, een doos mandarijnen en een stapel geld. Teruggeven is geen optie, de gulheid en dankbaarheid van deze mensen is ongekend. We beloven met het geld (4 miljoen Rupia..!) een mooi project te ondersteunen. Wellicht is een huis voor straatkinderen in Wamena een goede optie.

Kerst vieren in een dorp waar vrede hard nodig is. Kerst vieren met diep gelovige mensen waar we veel van kunnen leren. Ervaringen die deze jonge witte ‘pastor’ met gouden ring niet snel zal vergeten.

Theo